De belastingplannen voor 2025 werden gepresenteerd tijdens Prinsjesdag, zoals het kabinet dat ieder jaar doet. Wat betekenen de belastingplannen voor box 3? En hoe heeft het belastingplan voor 2025 invloed op jouw bedrijf binnen het MKB? Dat zochten we voor je uit en zetten we voor je op een rij.
In 2025 komt de nadruk te liggen op het versterken van de economie, door de belastingdruk eerlijker te verdelen. Daarnaast probeert het kabinet belastingontwijking te beperken. Maar, wat betekent dat concreet voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en bijvoorbeeld de btw die je betaalt (en afdraagt)? We zetten alle relevante wet- en regelgeving op een rij. Zo ben jij op de hoogte van de belastingwijzigingen voor 2025, zodat je niets over het hoofd ziet.
Wijzigingen in de inkomstenbelasting (IB)
Er vinden een aantal belastingwijzigingen in 2025 plaats, die gaan over de inkomstenbelasting. Dat is de jaarlijkse belasting die je betaalt over jouw inkomen, bijvoorbeeld als zzp’er of MKB-ondernemer. Het gaat om nieuwe belastingplannen voor de MKB-winstvrijstelling, de zelfstandigenaftrek en de schijven voor de inkomstenbelasting.
Belastingplan 2025: MKB-winstvrijstelling omlaag
De MKB-winstvrijstelling gaat in het belastingplan voor 2025 omlaag. Dat betekent dat je minder voordeel hebt als ondernemer. De huidige vrijstelling bedraagt 13,31%. Vanaf volgend jaar is dat nog 12,7%. Het betekent onderaan de streep dat je meer belasting betaalt, omdat een kleiner percentage van de fiscale winst is ‘vrijgesteld’.
Benieuwd hoe dat uitpakt?
Stel dat je €50.000 fiscale winst maakt, na aftrek van de ondernemersaftrek. De huidige vrijstelling van 13,31% leidt tot een belastingaftrek van €6.655. Bij het nieuwe percentage van 12,7% gaat het nog om een vrijstelling van €6.350. Dat scheelt €315 aftrek. Dit betekent dat je over een paar honderd euro extra belasting betaalt, waardoor dit zo’n €150 extra belasting kost.
Is de fiscale winst groter, bijvoorbeeld 250.000 euro? Dan leidt dit tot een groter verschil, waardoor de verlaging van de MKB-winstvrijstelling vooral bedrijven raakt met een relatief hoge winst. Meer informatie over de voordelen van digitale zakelijke declaraties vind je hier.
Zelfstandigenaftrek omlaag
Ook de zelfstandigenaftrek wordt (verder) verlaagd in de belastingplannen voor 2025. Het gaat om een aftrekpost voor zelfstandig ondernemers, die minimaal 1.225 uur per kalenderjaar (het urencriterium) aan hun bedrijf besteden. De huidige aftrek is een vast bedrag van €3.750. In de nieuwe belastingplannen is dat nog een bedrag van €2.470.
Dit betekent opnieuw dat het af te trekken bedrag kleiner wordt, waardoor er over een groter percentage van het inkomen belasting betaald moet worden. Op die manier wil het kabinet de fiscale voordelen voor zelfstandig ondernemers verminderen. Het doel is om de belasting voor zelfstandig ondernemers en voor medewerkers in loondienst meer gelijkte te trekken.
Benieuwd hoe dat uitpakt?
We gaan opnieuw uit van een fiscale winst van €50.000, deze keer vóór de aftrek van ondernemersaftrek (omdat de zelfstandigenaftrek een ondernemersaftrek is, die we nu berekenen). Na aftrek van de aftrek in 2024 blijft er een belaste winst over van €46.250. In het belastingplan voor 2025 gaat het om een lagere aftrek, dus blijft er een belaste winst over van €47.530. Dat is een verschil van €1.280. Dit leidt tot honderden euro’s extra te betalen belasting, afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
Vooral kleinere zelfstandigen en startende ondernemers zullen hier de invloed van merken. Zij betalen (net als ondernemers met meer winst) meer belasting, omdat ze een kleiner deel van hun fiscale winst mogen aftrekken.
De extra te betalen belasting is even hoog voor ondernemers met een hogere fiscale winst. Het gaat om een vast bedrag en een vast bedrag aan verlaging. Daardoor zijn de effecten relatief groter voor ondernemers met een lagere winst. In absolute bedragen zijn de effecten even groot voor alle ondernemers.
Verlaging van het belastingtarief in de eerste schijf
Om lagere inkomens een beetje tegemoet te komen heeft het kabinet binnen de belastingwijzigingen voor 2025 besloten om het tarief in de eerste schijf iets te verlagen. Het gaat om het tarief voor de inkomstenbelasting, binnen de laagste schijf. Dat betekent dat de laagste inkomens hier volledig van profiteren. De hogere inkomens profiteren ten dele, omdat ze in de hogere schijven alsnog meer belasting betalen over de rest van hun inkomen.
Het tarief aan inkomstenbelasting in de eerste schijf wordt verlaagd van 36,97% in 2024 naar een percentage van 35,82% in 2025. Hiervan profiteren zowel ondernemers als alle medewerkers in loondienst, omdat de belastingtarieven gelden voor iedereen die inkomstenbelasting betaalt.
Benieuwd hoe dat uitpakt?
Het belastingtarief in de eerste schijf loopt tot een bedrag van €38.441. In 2024 betaal je over dat bedrag €14.212 inkomstenbelasting. In 2025 is dat nog een bedrag van €13.770. Dat levert dus €442 voordeel op. Het kabinet voegt bovendien een extra schijf toe voor de inkomstenbelasting, nadat die in de afgelopen jaren juist verdwenen was. Dat betekent dat je 37,48% belasting betaalt over het inkomen van €38.441 tot €76.817. Boven dat bedrag geldt het hoogste tarief van 49,5%.
Wijzigingen in de vennootschapsbelasting (VPB)
Binnen de belastingplannen zoals op Prinsjesdag bekend gemaakt voor 2025 gelden er ook een paar wijzigingen voor de vennootschapsbelasting. Het gaat om een renteaftrekbeperking en de afschaffing van de giftenaftrek. Op die manier versobert het kabinet de voordelen voor bedrijven met (veel) schuldfinanciering én versobert het de voordelen bij giften.
Renteaftrekbeperking
Er gold al een generieke renteaftrekbeperking voor 20% van de fiscale winst. Dat percentage wordt verhoogd naar 25%. Op die manier wil het kabinet bedrijven ontmoedigen om (veel) gebruik te maken van schuldfinanciering. In plaats daarvan moet het aantrekkelijker worden om te financieren vanuit eigen vermogen.
Vooral bedrijven die sterk leunen op leningen voor hun investeringen zullen hier last van krijgen. Zij zien de fiscale aftrek dalen, die ze konden benutten vanwege de leningen voor investeringen die ze deden. In de praktijk wordt het daardoor bijvoorbeeld minder interessant om te investeren in vastgoed of in de uitbreiding van het bedrijf. Dat wil zeggen, er is minder fiscale aftrek beschikbaar.
Afschaffing giftenaftrek
Daarnaast schaft het kabinet de aftrek van giften af, voor bedrijven die vennootschapsbelasting betalen. Dat betekent dat het in 2025 niet langer mogelijk is om giften voor het goede doel af te trekken van de te betalen VPB. Dat raakt vooral bedrijven die maatschappelijke doelen steunen, en de maatschappelijke doelen die bedragen ontvingen van de bedrijven. Voorheen waren de giften aftrekbaar, dus was het fiscaal aantrekkelijk om de maatschappelijke doelen te steunen. Die fiscale voordelen vallen weg, waardoor het netto duurder wordt om een gift over te maken.
Door veranderingen in de regels voor vennootschapsbelasting is het essentieel om de zakelijke kosten bij te houden.
Aanpassingen in box 2
Box 2 is relevant voor bijvoorbeeld directeur-grootaandeelhouders, en meer specifiek voor familiebedrijven (die in eigendom zijn van de familie).
Een van de belangrijke aanpassingen in de belastingplannen voor 2025 is een verlaging voor het tarief voor dividenduitkeringen in de hogere schijf. Dit jaar gaat het nog om een tarief van 33% belasting over de uitkering aan dividend. Dit geldt voor inkomens vanaf €67.804. Vanaf 2025 geldt er nog een tarief van 31%. Dat betekent een belastingverlaging. In de praktijk levert dat een voordeel op van €1.356 bij een inkomen van €67.804. Bij hogere inkomens loopt het voordeel verder op, waardoor vooral directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) met hoge inkomens hiervan profiteren.
Daarnaast heeft het kabinet tijdens Prinsjesdag in de belastingplannen voor 2025 bekendgemaakt dat er aanpassingen worden gedaan aan de BOR-regeling. Dat is de regeling voor bedrijfsopvolging, die relevant is voor familiebedrijven. Het gaat om de overname van een familiebedrijf, bijvoorbeeld om het bedrijf door te geven aan de volgende generatie. Het kabinet wil dit eenvoudiger en fiscaal aantrekkelijker maken. Op die manier zouden er meer bedrijven binnen de familie blijven.
Concreet is er sprake van een aantal wijzigingen, die ingaan per 2025 en 2026:
- Aanpassing van de vrijstelling
Tot €1,5 miljoen: de vrijstelling in de schenk- en erfbelasting wordt verhoogd naar 100% voor het ondernemingsvermogen tot €1,5 miljoen.
Boven €1,5 miljoen: voor het meerdere wordt de vrijstelling verlaagd van 83% naar 75%. - Afschaffing van de 5%-doelmatigheidsmarge
De huidige marge wordt afgeschaft, waarbij tot 5% van het ondernemingsvermogen als beleggingsvermogen kan worden aangemerkt zonder verlies van de BOR. - Beperking tot gewone aandelen met minimaal 5% belang
De BOR wordt beperkt tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5% die volledig meedelen in de winst- en liquidatieopbrengst. Preferente aandelen uitgegeven in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging blijven wel in aanmerking komen. - Afschaffing van de dienstbetrekkingseis
De eis dat de bedrijfsopvolger minimaal 36 maanden in dienst moet zijn van de onderneming voor toepassing van de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting wordt afgeschaft. - Invoering van een minimumleeftijd
Bij schenking wordt een minimumleeftijd van 21 jaar voor de bedrijfsopvolger ingevoerd. Deze eis geldt niet bij vererving. - Versoepeling van de voortzettingseis
De voortzettingstermijn wordt verkort van vijf naar drie jaar, waardoor meer flexibiliteit ontstaat bij bedrijfsopvolgingen.
Overdrachtsbelasting in 2025
Binnen de belastingwijzigingen 2025 is er ook aandacht voor de overdrachtsbelasting. Relevant voor (MKB)ondernemers is de tariefwijziging voor woningen die niet voor eigen gebruik zijn. Het gaat bijvoorbeeld om beleggingspanden, waarin ondernemers regelmatig investeren.
Het huidige tarief voor de overdrachtsbelasting bedraagt 10,4%, omdat dit eerder werd verhoogd. Vanaf 2025 geldt er een tariefverlaging, naar 8%. Dat is nog steeds hoger dan het tarief voor woningen die wel voor eigen gebruik zijn, maar het verschil wordt op deze manier kleiner.
Het kabinet hoopt met de verlaging van de overdrachtsbelasting in 2025 te stimuleren dat MKB-bedrijven en particuliere investeerders investeren in vastgoed. Dat geldt zowel voor bedrijfspanden als voor andere woningen die niet voor de eigen bewoning bedoeld zijn.
Verhoging van het lage btw-tarief
Er was al veel aandacht voor de verhoging van het lage btw-tarief, waarmee veel (MKB)ondernemers te maken zullen krijgen. Daarna is er discussie ontstaan over deze verlaging, en zal deze mogelijk alsnog worden geannuleerd.
Het oorspronkelijke plan binnen de belastingwijzigingen voor 2025 was om het lage tarief van 9% niet meer te laten gelden voor kunst, cultuur, sport en hotelovernachtingen. Opvallend binnen het plan was dat de verlaagde btw niet meer zou gelden vanaf 2026, dus dat het nog een jaar zou duren voordat de wijziging wordt doorgevoerd.
Een verhoging van het lage tarief voor de btw kan grote impact hebben op de verschillende betrokken sectoren. Ondernemers in deze sectoren zouden de hogere btw moeten doorberekenen aan klanten. Daardoor kan de vraag naar kunst, cultuur, sport en hotelovernachtingen flink dalen. Er is daarom veel verzet gekomen door de betrokken sectoren. Een verhoging van de btw van het lage naar het hoge tarief kan een flinke impact hebben op de prijs.
Een hotelovernachting voor €100 bij het lage btw-tarief van 9% bevat €9 btw. Een verhoging van de btw naar 21% zou betekenen dat dezelfde overnachting €112 gaat kosten. Dat is een kostenstijging van 12%, boven op de recente inflatie. Het lijkt er op het moment van schrijven op dat er nog eens goed naar de btw-verhoging gekeken zal worden. Wat dat betreft is de kans groot dat er verhoging er niet komt of dat deze wordt aangepast, om de impact te verkleinen.
Andere maatregelen uit de belastingplannen 2025
Daarnaast is er nog sprake van een paar andere maatregelen binnen de belastingplannen, die impact kunnen hebben op MKB-ondernemers en hun bedrijven. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de 30%-regeling voor expats, die toch behouden blijft. Voor het grotere MKB heeft daarmee te maken. Zij kunnen expats aantrekken met deze regeling, om Nederland interessanter te maken om te komen werken.
Vooral bedrijven die internationaal talent aantrekken zouden bij afschaffing of aanpassing van de regeling merken dat het moeilijker wordt om personeel aan te trekken. Dat betekent dat zij de unieke talenten niet langer kunnen aantrekken, die in Nederland niet of nauwelijks te vinden zijn. Daarom is besloten van de versobering af te zien.
Ook het box 3-tarief wordt toch niet verlaagd. Er was de verwachting dat het tarief verlaagd zou worden, om de belastingdruk op spaarders en beleggers te verminderen. Toch wordt het tarief niet verlaagd.
Ten slotte heeft het kabinet in het Belastingplan 2025 bekendgemaakt dat de aftrek van rentelasten voor verhuurde onroerende zaken wordt beperkt. Het doel daarvan is om belastingontwijking tegen te gaan. Volgens het kabinet leidt de aftrek op dit moment tot ontwijking van te betalen belasting. Dit heeft vooral invloed op (MKB)ondernemers die investeren in vastgoed en daarbij gebruik maken van schuldfinanciering. Zij kunnen niet langer gebruik maken van dezelfde fiscale voordelen, waardoor de nettolasten voor hen zullen oplopen.
Hoe Moss jouw bedrijf kan ondersteunen
Moss is een moderne financiële oplossing voor bedrijven in het MKB, ontworpen om financiële processen te vereenvoudigen en te optimaliseren. Met Moss beheer je eenvoudig uitgaven, zakelijke creditcards en declaraties op één overzichtelijk platform. Dit bespaart niet alleen tijd, maar geeft je ook beter inzicht in de financiële status van jouw onderneming. Door realtime controle over je uitgaven en slimme automatisering helpt Moss je om grip te houden op je budget, vooral in tijden van veranderende belastingregels.
Met de nieuwe belastingplannen voor 2025 is het belangrijker dan ooit om je financiële administratie op orde te hebben. Moss biedt ondernemers geavanceerde tools om kosten te monitoren en belastingtechnische voordelen te benutten. Of het nu gaat om overzicht houden op aftrekbare kosten of efficiënter declareren, Moss is jouw partner voor een toekomstbestendig financieel beleid.
FAQs
De MKB-winstvrijstelling wordt verlaagd van 13,31% naar 12,7%, wat resulteert in een hogere belastingdruk voor ondernemers. Daarnaast wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd van €3.750 naar €2.470, waardoor zelfstandig ondernemers meer belasting zullen betalen.
Het percentage voor de generieke renteaftrekbeperking stijgt van 20% naar 25%. Dit maakt schuldfinanciering minder aantrekkelijk, waardoor bedrijven gestimuleerd worden meer eigen vermogen te gebruiken voor investeringen.
De belastingplannen voor 2025 en 2026 brengen onder andere een verhoging van de vrijstelling tot €1,5 miljoen naar 100%, een verlaging van de vrijstelling boven dit bedrag naar 75%, en de afschaffing van de 5%-doelmatigheidsmarge. Dit maakt bedrijfsopvolging fiscaal aantrekkelijker en eenvoudiger.
Het lage btw-tarief van 9% voor kunst, cultuur, sport en hotelovernachtingen zou in 2026 worden verhoogd naar 21%. Dit kan leiden tot hogere prijzen en een lagere vraag, maar er wordt overwogen deze wijziging aan te passen of te annuleren vanwege de impact op de sectoren.
Het box 3-tarief wordt niet verlaagd zoals eerder verwacht. Dit betekent dat spaarders en beleggers in 2025 dezelfde belastingdruk zullen ervaren als in 2024.
